Punten Ontglippen SGO R3

Voor de wedstrijd had Pascal 2 gevraagd of vier spelers vooruit konden spelen op 22 november. Uiteraard probeerde ik dat voor elkaar te krijgen. Het doel is immers om te schaken en niemand heeft er iets aan als een deel van ons geen tegenstander heeft. Na wat afzeggingen, wisselingen en geschuif had ik uiteindelijk 4 spelers die vooruit konden spelen en 4 spelers die op de 29e konden spelen. Bord 2,3,4 en 5 speelden vooruit en bord 1, 6, 7, en 8 speelden op 29 november.

Op het eerste bord speelde Serge. Hij kreeg het London systeem tegen en pareerde dat met een Grünfeld opstelling. Dat pakte goed uit want op een gegeven moment stond hij twee stukken tegen twee pionnen voor. Na rustig de partij uit te schuiven haalde hij het verdiende punt binnen. Op het tweede bord speelde ik zelf. Mijn tegenstander speelde het Scandinavisch met Pf6. Dat behandelde ik te optimistisch. Ik won weliswaar een pion, maar mijn tegenstander kreeg daarvoor wel erg veel activiteit voor zijn stukken terug. Uiteindelijk brak hij middels een combinatie door in het centrum en kon ik opgeven.

Jan speelde op het derde bord. Hij zette de zaken gedegen op en wist uiteindelijk het punt naar zich toe te trekken. Wil speelde op het vierde bord. Hij had in zijn bijna 47 jaar lidmaatschap nog nooit meegemaakt dat er vier partijen werden vooruit gespeeld. Hij speelde tegen Theo Punt van Pascal 2. Hij speelde met wit en het werd een uitgestelde Ruilvariant van het Spaans. Wil kreeg direct druk op de stelling Theo toen hij na 9 zetten gelijk Pf6-h4 speelde met zijn dame op d7. Het zag eruit als een mataanval op Wil zijn gerokeerde koning. Na Wil’s e5 was Pg4*e5 zijn grote fout. Hij had nog niet gerokeerd en zijn koning stond gepend door Wil zijn toren op e1. Hij maakte kennelijk een rekenfoutje, dacht dat hij zijn paard kon spelen. Maar na de lange rokade van hem kon Wil het paard met pion f4 nemen. En stuk voor een pion met een beoordeling van Fritz op ruim +2. Daarna een middenspel waarbij Wil nog een pion won. Zijn tegenstander bleef echter doorspelen tot zet 50 en gaf pas op toen hij zag dat een pion van Wil ging promoveren.

Op het vijfde bord speelde Lucas. Hij speelde met zwart tegen een tegenstander van vergelijkbaar niveau, maar met tientallen jaren meer schaakervaring. Dat verschil bleek beslissend. Lucas stond toe dat pion c5 werd gespeeld waardoor een sterke keten van witte pionnen ontstond. Lucas zijn stelling raakte onder druk en rokeren werd onmogelijk. Na het verlies van een stuk restte slechts een alles of niets aanval om de vijandelijke koning bloot te leggen. Dat lukte, maar de ervaring van Lucas zijn tegenstander gaf toch de doorslag. Helaas. Op het zesde bord speelde Pavel. Hij wist snel een dame en aanvullend materiaal te winnen. Dan denk je toch, dat wordt een punt. Helaas. Door te snel te spelen verloor hij eerst met een vork van een paard van zijn tegenstander de dame. Daarna verloor hij nog wat materiaal en kwam in een eindspel met twee pionnen achter. Op het zevende bord speelde Ruben Manni met zwart. Hij kreeg het tweepaardenspel tegen en kwam vrij snel een stuk tegen een pion achter. Uiteindelijk verloor hij de partij.

Op het achtste bord speelde Ruben Treuman met zwart. Hij speelde tegen Jordi de Jong waar ik vorig jaar tegen gespeeld had. Dat is een speler die weliswaar heel positioneel speelt, maar een goed gevoel voor combinaties heeft. Er kwam een soort gesloten Siciliaan op het bord. Ruben wist lang de stelling in evenwicht te houden, maar verloor uiteindelijk een stuk en daarna de partij. Helaas.

Arjen Kuin

Back to Top