RSB 2 strijdt door voor de titel
In korte tijd moest het tweede RSB-team zich opmaken voor twee belangrijke wedstrijden. In het recente ‘halfjaarverslag’ werd al benoemd dat we fier aan kop gingen, maar dat er nog zware wedstrijden aankwamen. Het begon op 15 februari met een uitwedstrijd tegen Fianchetto 2. Vlak daarna, op 8 maart, zou het treffen met Onesimus 2 op de planning staan. Voor de beeldvorming; Overschie 2 staat op plek een met 6 matchpunten en 17,5(!) bordpunt. Onesimus 2 staat op plek twee met 6 matchpunten en 15 bordpunten. Op plek drie Fianchetto 2 met 5 matchpunten en 15 bordpunten.
Overduidelijk geduchte tegenstand. De plekken in de top worden verdeeld en voor elk team is het dan de vraag; haak je aan, of haak je af?
We beginnen met de wedstrijd van 15 februari. Teamcaptain Kris had door de afwezigheid van Menno, die kaartjes had voor Feyenoord – AS Roma, invaller Arjen opgetrommeld. Verder was het team compleet en merkte je een zekere gelatenheid bij de spelers. Iedereen wist wat er op het spel stond, maar we zaten zo vroeg in het seizoen dat spelers nog geen last hadden van de welbekende ‘kampioenenkoorts’.
Aan bord 1 had Ronald een verrassend makkelijke avond. ‘Good old Ruyt’ kreeg een Owen's defense op het bord tegen de sterke tegenstander Guido Blankenstein. Guido heb ik het Erik Brandenburg nog met regelmaat moeilijk zien maken, dus al zittend aan bord 2 keek ik met spanning naar de wedstrijd die daar gaande was. Guido benaderde de wedstrijd met de mantra ‘de beste verdediging is de aanval’ en kleunde er stevig in. Hierbij ging het echter gruwelijk mis. Ruyt liet zich niet gek maken en won een stuk. Guido keek wat verbouwereerd. Ruyt had er volgens mij vooral last van dat hij naar Schiedam was komen rijden voor een uurtje schaken.
Zelf zat ik (Niels) aan bord 2. 's Ochtends had ik nog opgeschept tegen Rob Hopman over mijn goede vorm. Opscheppen met een knipoog natuurlijk, maar ik voelde me goed. De overwinning van Ruyt kwam als een dusdanig positieve verrassing, dat ik vergat om de variant op mijn eigen bord goed door te rekenen. Het resultaat? Kwaliteit weg en geen compensatie. In het vervolg van de wedstrijd zocht ik de aanval, maar mijn tegenstander was te rustig, te degelijk en te goed. Eindstand: Een dik verdiende nul.
1-1 is de stand en we gaan door.
Gijs van Dongen zat aan 3. Daar zat hij tegen de ouwe schaakrot Ben Riksen. Het meest spannende in hun wedstrijd was mijns inziens dat aan het begin van de avond, Ben bijna zijn eigen teamgenoot van 2 af wilde torpederen, want hij was ervan overtuigd dat hij aan 2 zat. De wedstrijd zelf was degelijk en ging gelijk op. Gijs werd nog even kort afgeleid door de tegenstander aan bord 7, waarover later meer, maar liet zich niet gek maken. Helaas won in dit geval de ervaring van Ben het en moest Gijs na een lang gelijk opgaande wedstrijd toch de witte vlag hijsen.
De tegenstander van teamcaptain Kris kwam stevig te laat, hij scheen de wedstrijd te zijn vergeten. Doch, hij speelde snel en Kris nam rustig de tijd. De tegenstander wist in zijn haast zich enkel niet te herinneren dat een toren die binnenkomt op de 2de rij minimaal een pion extra waard is. Onze jonge teamcaptain knalde in het middenspel naar binnen en die toren stond daar fier vooraan in de strijd. Het duurde niet lang voordat Kris daarna met een mooie combinatie de wedstrijd won.
Als het dan 2-2 staat hebben we te maken met de slechtste score aan de top 4 borden tot nu toe. En dat baart men zorgen.
David zat aan bord 5. Ik wilde tikken dat hij dit seizoen onverslaanbaar is, maar dat doet zijn geweldige score geen recht. Hij meer al meer dan een half jaar letterlijk elke wedstrijd die hij heeft gespeeld, gewonnen. Daar komt echter wel een keer een einde aan. David zat tegenover een tegenstander die inviel, maar een gelijkwaardige rating had. Het middenspel ging lang gelijk op en David leek er wat moeilijk doorheen te komen. Vervolgens knipperde ik met mijn ogen en had David gewonnen. Ik zag niet hoe, want ik was nog bezig met mijn eigen zielloze aanval op bord 2. Het spreekt wel boekdelen over de manier waarop David dit seizoen schaakt. Je knippert met je ogen en de stukken zitten alweer in de doos.
Arjen Kuin viel zoals gezegd in en wel aan bord 6. Daar had hij een paardeneindspel tegen Youri Verlinde. Dat ging lang gelijk op en bleef ook gelijk opgaan. Héél lang. Beide tegenstanders bleven pielen en proberen de ander te verrassen. Ze moesten daarbij steeds alles in de gaten houden, maar dat deden de beiden met verve. Het terechte resultaat was een remise.
3,5 – 2,5; eindelijk een voorsprong!
Aan bord 7 zat Fokke te vechten voor wat hij waard was. Lange tijd ging de wedstrijd gelijk op, maar Fokke bleef met zwart het initiatief houden en zijn tegenstander onder druk zetten. De druk werd zijn tegenstander tweemaal te groot. Eenmaal toen een toeschouwer van de eigen vereniging tegen zijn stoelpoot aanstootte en Fokke zijn tegenstander pardoes de rekenende Gijs vloekend de schuld gaf. De tweede maal gaf hij de stelling weg tegen Fokke, die mooi afrondde naar een vol punt.
Mario speelde weer aan bord 8 en bewees ook deze wedstrijd weer van grote waarde te zijn. Vrij vroeg op de avond veegde hij zijn tegenstander hard van het bord af. Ook tijdens deze wedstrijd was ik nog bezig, waardoor ik niet zag waar het precies mis ging voor de tegenstander. Mario was echter goed in zijn nopjes met (alweer) een vol punt.
Daarmee is het eindresultaat behaald, een prachtige 5,5-2,5 overwinning. Hoewel dit de eerste wedstrijd was waarin een basisspeler verloor (en daarmee gelijk twee), waren we toch opgelucht dat zo'n sterk team vakkundig van het bord werd geschoven.
Echter, lang de tijd om de genieten was er niet. Op 8 maart stond de topper tegen Onesimus 2 al op het programma.
Kris koos deze maal voor een iets andere opstelling. Gijs nam plaats aan bord 2, hijzelf aan 3, David ging naar 4 en Niels werd teruggeschoven naar 5. De tegenstander had echter gekozen voor een tactische opstelling. Zo werd hun vaste bord 8 speler pardoes op bord 2 gezet, na een serie van goede resultaten. Ook speelden ze met een sterke invaller aan bord 3, die door Fokke werd herkend als een van zijn beste vrienden. Waarom deze man nog niet bij Overschie speelt weet ik ook niet, maar wijze besluiten komen soms pas later. Dat terzijde. Naar de club wandelend, om op te bouwen voor de jeugd, kwam ik tot de conclusie dat Onesimus met 20,5 bordpunt gemiddeld iets meer dan 5 punten per wedstrijd scoort. Overschie heeft er 23 en daarmee bijna 6 per wedstrijd. Conclusie: Er wordt met 4,5-3,5 gewonnen. De wedstrijd verliep als volgt.
Het eerste rondje langs de borden deed mij nog niet veel deugd. Overal stond het relatief gelijk, hoewel ik het gevoel had dat ikzelf iets beter stond, maar Menno, Fokke en Gijs wat gedrukt vond staan. Er was weinig anders over te zeggen als ‘een lichte plusremise en 3 lichte minremises’, maar ik was er nog niet gerust op.
In het vervolg kwam ik zelf slechter te staan door een kleine misrekening. Terwijl ik balend rondwandelde, kwamen Ronald en zijn tegenstander tot een remise. Door het verschil was ruim 100 ratingpunten hadden we gehoopt op iets meer, maar aan de remise was weinig af te dingen.
Terwijl de Overschiese hoofdjes wat naar beneden hingen, druk rekenend, zagen ook onze thuissupporters dat de stellingen er lastig uitzagen. Het zou een echt gevecht worden en de verliezer zou het kampioenschap niet langer in eigen hand hebben.
Pardoes knalden Kris en David nagenoeg tegelijkertijd hun tegenstanders van het bord af. Kris, aan bord 3, was hier kort over. Zijn tegenstander speelde een ‘hele rare, onbegrijpelijke zet’ en een paar zetten later was het punt binnen. David zijn tegenstander gaf eerst een kwaliteit weg en met een torenoffer maakte David daar een vol stuk van. Daar zat ook nog een vrijpion bij op d6 en een koning die volledig open stond. Dat was 2,5-1,5. Zeker van David vond ik dit, schaakpsychologisch, zeer knap. Een week eerder had hij voor het eerst in een half jaar weer een wedstrijd verloren, van teamgenoot Gijs, in de meerkamp. Wel vaker zie je dan bij spelers dat hiermee een slechte serie aan wedstrijden wordt ingezet, maar niet bij David. De beste man is ongenaakbaar.
De sfeer kwam weer even terug. Een voorsprong van 2 punten verdedigen, met nog 5 wedstrijden te gaan, dat moet te doen zijn. Alleen kijkend naar de borden was ik hier nog steeds niet zo zeker van. Gijs stond wat minder, Mario vond ik moeilijk in te schatten, maar leek gelijk op te gaan. Zelf stond ik een pion achter voor initiatief, maar realiseerde mij wel dat ik dit initiatief vooral had omdat mijn tegenstander een paar keer niet de in mijn ogen meest logische zet had gedaan. Ook Menno stond een pion achter, maar dit was ook nog eens een gedekte en vergevorderde vrijpion. Fokke stond in een paarden eindspel zelfs twee volledige pionnen achter.
Vlak achter elkaar moesten zowel Menno als Fokke de witte vlag hijsen. Een zwaar gelag, want daar ging onze voorsprong.
Mario had wel ondertussen een loper voor twee pionnen. Dat kwam door een mooie combinatie en was theoretisch gewonnen, maar wel lastig spelen. Gijs stond een pion achter in een toreneindspel. Mijn tegenstander had in de wanhoop om zijn pionvoordeel te behouden, zijn stelling laten verzanden. Dat stond mij toe om pardoes een toren te offeren op a4. Had de tegenstander de lopers op tijd afgeruild, dan had ik simpelweg de pion teruggewonnen en was de stelling gelijk geweest. Nu won ik een stuk en ging de tegenstander zelfs binnen een zet of 10 gedwongen mat. Het voelt niet helemaal verdient, maar het punt was zeer welkom.
Op de resterende twee borden was het tij gekeerd. Gijs was door zijn actieve toren van een pion achterstand naar twee pionnen voorsprong gegaan en won de partij daardoor, uiteindelijk, met vrij veel gemak. Hij baalde er wel wat van dat zijn ogenschijnlijk zwakkere tegenstander het hem zo lastig had gemaakt, maar gezien de score van zijn tegenstander was het ‘gewoon’ een zeer geduchte tegenstander. Mario was helaas zijn voordeel kwijtgeraakt en moest berusten in remise. Daar baalde hij wel wat van, maar soms is de stelling danig lastig dat er gewoon niet meer in zit.
Hiermee werd de eindstand bepaald op 5-3 in het onderlinge topduel! Toen de tegenstanders weg waren riepen een paar teamleden zelfs al ‘voorzichtig’ dat het kampioenschip echt in zicht is. Teamcaptain Kris laat zich echter niet gek maken. We moeten nog winnen van nummer 3 Ivoren Toren, op 26 april en daarna van nummer 8 Barendrecht IJsselmonde op 31 mei. Zoals wel vaker leek Kris alweer druk met zijn vervolg. Kampioen wil hij worden, maar waar hij de poppetjes neerzet om dit te bewerkstelligen, houdt hem elke keer weer druk bezig. Duidelijk is wel: De teamcaptain heeft tot nu toe elke keer gelijk gehad.