Eerste Team Vloert DSC Delft
Eindelijk zijn we er dan in geslaagd een team van DSC Delft op de knieën te krijgen. Zaterdag 25 april ontving ons 1e team de meest gevreesde tegenstander, t.w. DSC Delft 3. Waarom de meest gevreesde? Omdat we zover we ons kunnen herinneren steeds in het stof moesten bijten maar nu werden de rollen omgekeerd. Was dat omdat er in de 9e en laatste ronde van het seizoen 2014-2015 niet veel meer op het spel stond of het feit dat we nu eens thuis speelden of het weer? Wie het weet mag het zeggen maar het liep als een trein en DSC Delft 3 dolf het onderspit. Dit verslag is mede gebaseerd op wat ik zag tijdens het inbrengen van de partijen in Fritz maar de diepgaande analyse moet nog plaatsvinden.
Erik Brandenburg (wit, bord 4) speelde zijn geliefde systeem. Mogelijk is het niet de meest secure manier om op winst te spelen maar hij heeft er veel ervaring mee en de meeste tegenstanders kennen slechts de naam. Ook nu kwam zwart zeer snel in moeilijkheden en moest als eerste het hoofd buigen (1-0). Overigens een saillant detail: Erik speelde vorige seizoen in Delft, ook toen met wit, tegen dezelfde tegenstander en won toen ook.
Ronald Verbeek (5) werd op vrijdagavond gecharterd om de plaats van Maurits, die verstek moest laten gaan, in te nemen en deed dat voortreffelijk. De speelwijze van de witspeler begrijp ik niet helemaal of helemaal niet maar Ronald zat er niet mee, kwam prachtig uit de startblokken en kwam al snel overleggen of een remisebod gepast was. Dat leek mij een prima idee want ik wist dat er een gat gaapte van ruim 300 ratingpunten tussen de beide heren en dan is een half natuurlijk nooit weg (1,5-0,5)
Hierna werd bleef het een flinke poos heel stil. Je kon de hersens horen kraken. Omdat de tegenstander van Henri Krop (8) zeer veel bedenktijd gebruikte zag ik Henri vaker wandelen dan ooit. Henri kwam voordelig uit de opening maar ergens verzandde dat en restte hem niets anders dan in remise te berusten (2-1). Ook Henri speelde tegen dezelfde tegenstander als vorig seizoen in Delft en ook toen remise.
Henk Ochtman (2) zal zo langzamerhand wel nachtmerries hebben van DSC Delft. Vorig seizoen speelde hij tegen een supertalent van 15 of 16 jaar en die jonge dame legde hem over de knie en mag als beloning nu in Rotterdam 1 meedoen. Deze keer trof hij geen talentje maar een geroutineerde speler die met het Ochtmaniaans van Henk geen consideratie toonde. Net toen ik dacht dat Henk toch “iets” had bereikt toonde de Delftenaar aan dat het allemaal niets voorstelde. Jammer voor Henk, weer nul op het rekest (2-2).
Cor Feelders (6) speelde weer zijn bekende systeem en ik meende bepaalde stellingsbeelden te herkennen, een déjà vu zullen we maar zeggen. Eerst baalde hij dat het onvermijdelijk was om de dames te ruilen, al vond Fritz dat in de gauwigheid helemaal niet zo slecht, en een uurtje later kwam hij bij mij met de mededeling dat hij een remisebod had gekregen en de vraag of hij dat mocht aannemen en tevens hoe groot het ratingverschil was. Nadat ik meldde dat hij 87 ratingpunten meer had beende hij weg en sloeg het bod af. Zoals zo vaak bij Cor ging het daarna een stuk beter en op de 39e zet capituleerde zijn tegenstander (3-2).
Hierna daalde rust weer over Overschie en restte weer het gekraak. De stilte werd verbroken door de opgave aan bord 7 waar Karel Looijmans de zwarte troepen aanvoerde. Hij was bepaald niet lekker uit de opening gekomen, gaf dit keer geen pion weg maar stond bijzonder gedrongen. Door voorzichtige manoeuvres wist hij het tij te keren en hoewel het er misschien nog niet naar uit zag, wist hij dat het evenwicht hersteld was. Nadat de tijdcontrole gepasseerd was schoot wit een bok en konden de houtjes in de doos (4-2).
Robbert Fokkink (3) was de gelederen komen versterken en dat ging aanvankelijk best goed maar ergens rond de 28e zet ontglipte de stelling hem en speelde hij een verloren partij. Dat wit er niet in slaagde echt door de zwarte verdediging te breken toont de kracht van Robbert. Bij het inbrengen van deze lange partij, hij hield het tot de 71e zet vol, zag ik Fritz een score van slechts +0,28 aanwijzen (maar dat was bij zeer geringe diepte) en misschien heeft Robbert de veilige haven gemist; nu ging het zoals hij en ik al 40 zetten lang vreesden (4-3).
Het slot, letterlijk, want hij was als laatste klaar, was voor Albert Segers (1). Ook Albert trof dezelfde tegenstander als vorig seizoen met een uitslag in mineur. Uiteraard had Albert zich voorbereid op deze partij en hij kwam dus nu ook beter beslagen ten ijs. Al snel verwierf hij voordeel maar het kostte veel moeite die vis op het droge te krijgen, zeker omdat er lopers van ongelijke kleur op het bord resteerden. Maar dit was weer eens zo’n geval dat dit feit onvoldoende voor remise was. Albert klaarde de klus in alle rust en vervolgens was DSC Delft 3 geveld (5-3).
Teamleider MD