Hoe dichter bij Dordt ...

Ons eerste team heeft de eerste 2 matchpunten van het seizoen binnen: in Dordrecht werd de Willige Dame met 2,5 - 5,5 verslagen. De thuisploeg miste haar drie sterkste spelers terwijl Overschie met een heel sterk team aankwam, maar toch was de eindoverwinning enkele momenten in gevaar.

Jeroen (1869) speelde met zwart aan bord 8 tegen Han van Gorkom (1633). Zwart loste de openingsproblemen goed op (openingsproblemen? ja, openingsproblemen. met zwart heb je nu eenmaal altijd een probleem met een zet achter, en moet je maar zien hoe je die achterstand ombuigt in een gelijke tot betere stelling) Jeroen kreeg een remiseaanbod in het vroege middenspel maar dat kwam in een fase dat het allemaal nog onduidelijk was, dus hij speelde door. In het eindspel won hij een pion en ging zijn tegenstander in verloren stelling door zijn vlag.

Daan (1865) aan 7 met wit speelde tegen Pieter Sandijk (1649) een sterke partij en wist na wat openingsonnauwkeurigheden van zwart een pion te winnen. Volgende keer zal ik wél op zijn aanbod ingaan om de notaties even netjes te schrijven ( "nee joh, kan ik wel lezen, hoor!") want nu kan ik zijn prachtige koningswandel van g1 naar c6 niet laten zien! Een alternatief is dat hij volgende clubavond dertig keer netjes "ik zal vanaf nu duidelijk gaan noteren/Daan" schrijft.

Aan bord 6 speelde Hans (1811) tegen John van Waardenberg (1719). De witspeler opende voorzichtig en met wat actieve zetten van zwart was de stelling al gauw in balans. Er was dan ook geen enkele reden dit door te spelen, een halfje met zwart is immers helemaal ok. 

Arnout (1822) kreeg een geïnspireerde Johan Went (1712) tegenover zich aan bord 5. Onze man koos het verkeerde plan voor zijn damevleugel waardoor hij grote problemen op de zwarte velden kreeg. De geroutineerde zwartspeler maakte daar keurig gebruik van door met enkele krachtzetten de lijnen te openen op de koningsvleugel en won mooi.

Marcel (1923) tegen Naomi Snikkers (1903) aan 4 deed denken aan een loopgravengevecht. Er was spanning over het hele bord maar geen van de spelers wilde concessies doen, en probeerden hun stukken naar betere plekken te manoeuvreren terwijl de spanning gehandhaafd bleef. Een lastig te beoordelen stelling die in remise eindigde.

Albert (1982), bord 3 speelde tegen mijn clubgenoot in Bergen op Zoom Hans Nunninkhoven (1813) Een mooie, strategische partij waarbij Hans in het nauw dreigde te raken indien wit een paard op f5 zou krijgen. Sterk tegenspel op de damevleugel zorgde ervoor dat zwart dat allemaal net kon pareren, en remise was een feit.

Dan zijn we aanbeland bij de "nou, nou, pfff, jeetje wat gebeurt hier?, hoe staat dit in vredesnaam?" partijen.

Karel (1967, zwart) kreeg tegen Edwin van Dongen ( 1988, ook al Bergen op Zoom)  aan bord 2 een pionoffer tegen zich wat zwart het beste aanneemt. Ik kan over deze partij weinig zinnigs zeggen omdat ik echt geen flauw idee had hoe dit stond. Optisch was de stelling soepel voor wit, maar hij had wat achterstand in ontwikkeling op de damevleugel. Nadat dat enigszins opgelost was gooide hij Gerrit en Harry naar voren voor een woeste aanval op Karels koning. Hier zag ik het somber in, ook omdat op dat moment zwarts loper op f7 als een veredelde pion acteerde. Maar die had wel belangrijke verdedigende taken. Het einde miste ik, maar Karel won.

En dan bord 1 Henk (2024) tegen Pearl Uyttenhove (1582)
Pearl heeft een verraderlijke lage rating en is een goede speler die vaak aan bord 1 wordt ingezet, ook bij Charlois Europoort. Ik heb hem daar menig goede partij zien spelen.
Onze Henk heeft een bijzondere speelstijl, hij is het type speler van wie ik nooit de zetten zie aankomen, en dat maakt dat ik er in onze vluggertjes zo goed als altijd af ga. In deze partij echter was het allemaal te begrijpen, en Henk koos voor een kansrijk stukoffer. Dat bleek niet helemaal te kloppen en op een gegeven moment moet hij verloren gestaan hebben. Er was een eindspel opstaan met voor wit T L P 5 pionnen tegen zwart T T 3 pionnen. Zwart vlocht een matnet wat wit verijdelde, daarvoor moest hij wel zijn sterke loper afruilen. Zwart kwam in grote tijdnood in een fase waarin Henk zijn handigheid liet zien in dit soort stellingen: bezig houden, kleine dreigingen, profylaxe etc. Zwart ging door de vlag in verloren stelling.
Uiteindelijk toch een ruime winst. 

Rob Hopman-Been


Back to Top